Oude pakhuizen en fabrieken. Was dit niet gewoon waar iedere twintiger het fijna van wou weten? Wie weet wat hij daar allemaal aan zou treffen, dus had de jongen met het schouderlange zwarte haar zich voorgenomen om uit te zoeken wat er was met één van de oude pakhuizen. De nacht was al aan het vallen en Devin besloot dat vliegen sneller zou gaan als de trein of bus of wat dan ook nemen, dus in een duister steegje veranderde hij in zijn vampier vleermuis gedaante om over de stad, door de sterrenhemel, voorbij de maan, naar het oudste pakhuis dat hij kon vinden te vliegen. Zijn vleugels klapperde en hij probeerde te zien, ook al konden vleermuizen niet geweldig goed zien. Hij kon in ieder geval beter zien als de gemiddelde vleermuis, omdat hij niet honderd procent een dier was, maar wel vijtig procent mens en vijftig procent vampier vleermuis. Het ultasone geluid dat hij voortbracht galmde over de stad, maar enkel hij kon het horen, en voelen. Devin zigzagde tussen gebouwen door en uiteindelijk vloog hij regelrecht door een kapot raam een pakhuis binnen. Muizen en ratten waren het eerste dat hij hoorde rondtrippelen, en als een vleermuis kon grijnsen, grijnzde hij op dat moment. Muizen en ratten betekende drinkbaar bloed voor hem, en dat was perfect wat hij nu kon gebruiken. Hij had al drie dagen geen bloed meer gehad, en vermits hij maar vier dagen zonder kon voelde hij zich al slapper worden. Hij vloog verder totdat hij de aanwezigheid van een rat voelde, en geluidloos stortte hij zich op de bruinige rat met de geklitte vacht. Hij boorde zijn scherpe tanden medogenloos in de nek van de rat, en begon te drinken. Hij voelde bloed langs de nek van de rat om de grond druppen, en ook hing er bloed op zijn kin, maar het maakte hem niet zo uit want hij was er al gewoon aan. Door het bloed voelde hij zich meteen een stuk sterker, en de vleermuis haalde zijn tanden uit de nek van de rat, die nu dood op de grond bleef liggen. De een zijn dood is de ander zijn brood zeiden ze wel eens, en dit was een mooi voorbeeld. Devin tranformeerde weer naar een jongen en liep kort rond in het gebouw tot hij geluid hoorde. Was dit nog een andere rat of muis, of was het een persoon? Op zijn hoede sloop hij de trap op, naar een hogere verdieping.

Hij zag dat een schim aan het eten was, duidelijk stukken vlees van het geraamte af aan het scheuren. Na even bleek dat het vlees op was, en hij dacht het geluid van tanden over botten te horen, wat hem even een rilling gaf, die over zijn ruggengraat naar onder liep. Toen hij de bron van het lawaai kon zien, zag hij dat hij in de ogen van een jaguar keek, die niet zo erg gelukkig leek met zijn 'komst'. Hij was koter gekomen, zodat hij kon zien welk dier het was, en bij het geluid van zijn voetstappen was haar kop de hoogte in geschoten. Ze ontblootte haar bloederige tanden, en hij had meteen door dat hij niet verder mocht komen. "Whoho, easy tiger, ik was hier eerder," merkte hij droogjes op. "En je moet echt wat doen aan je tanden, lieverd." De jaguar bleef hem strak aankijken, en dat was voor hem hetzelfde als "als je niet ophoepeld eet ik je zo op", maar Devin bewoog niet en staarde in de grote kattenogen van de jaguar. Na een tijdje staren liep de katachtige op hem af, en een scheef lachje verscheen op het gezicht van de jongeman. Hij zette een stap achteruit, en ging op een rook. De rook werd weggeblazen door het geflapper van vleermuizenvleugels, en Devin maakte een salto in de lucht. Hij had zijn dierlijke gedaante gemist, ook al was hij nog geen vijf minuten geleden een vleermuis geweest. De vamper vleermuis, een van de grootste soorten pnder de vleermuizen, fladderde rustig verder, over balken en verdween uiteindelijk het huis uit via een kapot raam, om aan een ander weer binnen te komen. Hij had wel zin om deze jaguar op te jagen, dus fladderde hij rond haar kop heen. Hij likte langs zijn eigen bloederige hoektanden, en zag in de hoek een muis, die probeere te ontsnappen. Hij schoot op het beestje af en greep die met zijn pootjes aan de staart vast, om er rondjes mee te gaan vliegen, en af en toe hoorde hij een gepiep als de vleermuis de muis tegen een balk liet slaan. Devin begon weer rond de jaguar haar hoofd te fladderen, met de muis aan zijn pootjes, en de muis piepte bang telkens dat hij in de ogen van de jaguar keek. Dev landde op het hoofd van de jaguar, waar hij zijn tanden in de nek van de muis boorde en hij begon te drinken van het bloed van de muis. Hij voelde zich raar, en hij wist wat er ging gebeuren, dus sprong hij van het hoofd van de jaguar af, net op tijd, want plots veranderde hij weer naar zijn menselijke gedaante, en hij had de muis nog in zijn mond. "Ew, ew!" riep hij, en spuwde op de grond. Hij proefde de roestige smaak van muizenbloed. Opnieuw spuwde de jongen op de grond, en keek naar de jaguar.